Met de invoering van de Wet invoering extra geboorteverlof (WIEG) is het recht van partners op geboorteverlof gewijzigd.

Doel

Met deze wet wil de overheid een positieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de band tussen de partner van de moeder en het kind. Daarnaast wil de overheid de kansen van vrouwen op de arbeidsmarkt vergroten, omdat het verschil tussen de duur van het zwangerschaps- en bevallingsverlof en het kraamverlof kleiner wordt. Ook moet er een betere balans ontstaan inde verdeling van arbeid en zorgtaken tussen de partners onderling. Oftewel moeders krijgen meer ruimte om zich te ontwikkelen en hun arbeidsduur te handhaven en hun partners kunnen meer zorgtaken op zich nemen en daarmee de band met het kind versterken.

Verruiming geboorteverlof

Met ingang van 1 januari 2019 is de term kraamverlof vervangen door de term geboorteverlof. Daarnaast is de duur van het verlof veranderd van twee dagen naar eenmaal de wekelijkse arbeidsduur. Hierdoor krijgt iedere werknemer recht op een volledige week betaald verlof. De werknemer mag zelf bepalen hoe hij deze week verlof opneemt binnen de 4 weken na de geboorte van het kind. Tijdens het verlof moet de werkgever het loon van de werknemer doorbetalen.

Als de werknemer op de dag van de geboorte geen werkgever heeft, maar deze wel krijgt binnen 4 weken na de geboorte, dan heeft men nog recht op het geboorteverlof als er dan nog voldoende ruimte is om dit verlof op te nemen. Als de werknemer het geboorteverlof niet meer kan opnemen, dan is er ook geen recht op het aanvullend geboorteverlof.

Het onvoorwaardelijk recht op 3 dagen ouderschapsverlof is door deze wetswijziging vervallen.

Aanvullend geboorteverlof

Vanaf 1 juli 2020 ontstaat er ook nog recht op aanvullend geboorteverlof. Het aanvullend verlof is 5 keer de gemiddelde arbeidsduur per week. Ook dit verlof is dus gekoppeld aan de wekelijkse arbeidsduur. Het aanvullend verlof kan pas worden opgenomen na volledige opname van het geboorteverlof.

Het aanvullend verlof moet worden opgenomen binnen 6 maanden na de geboorte van het kind en mag gespreid worden opgenomen. De werknemer mag in beginsel zelf bepalen wanneer en hoe hij dit verlof opneemt binnen de periode van 6 maanden. De werkgever mag de gewenste invulling van het verlof weigeren als er sprake is van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen.

Als de werknemer tijdens de periode van 6 maanden na de geboorte een andere werkgever krijgt en het aanvullend geboorteverlof nog niet volledig heeft opgenomen, dan heeft men bij de nieuwe werkgever nog recht op het resterende verlof.